De zomerperiode is aangebroken en onze blogschrijvers gaan genieten van hun welverdiende vakantie. Na de vakantieperiode zullen zij weer nieuwe blogs voor u schrijven.
Ad de Vries, Divisiemanager Productie, Veiligheid en Milieu | 1 februari 2018
Hoe zit het met de opslag van gascilinders? Wat mag wel, wat mag niet? En wat moet ik doen als na inspectie blijkt dat we maatregelen moeten treffen in het kader van de PGS15? Deze vragen krijgen we regelmatig bij Westfalen Gassen. In deze blog gaan we in op de meestgestelde vragen over de opslag van gascilinders.
In de branche wordt de term gascilinders vaak gebruikt, consumenten gebruiken vaker het woord gasflessen. Maar als we het over gascilinders of gasflessen hebben, praten we over hetzelfde. De gascilinders zijn in verschillende volumes te krijgen. Bij Westfalen leveren we gascilinders met een inhoud tot 50 liter maar ook cilinderbundels, een samenstel van 12 aan elkaar gekoppelde gascilinders in een frame.
Niet alle gassen zijn geschikt om op te slaan in opslagtanks. De opslag in gastanks werkt vooral bij cryogene gassen zoals argon, stikstof, zuurstof en kooldioxide en ook tot vloeistof verdichte gassen zoals propaan. Maar bij veel bedrijven wordt ook gewerkt met andere industriële gassen. Denk aan lasgassen in de metaalindustrie, de gassen die gebruikt worden in de voedingsmiddelenindustrie of in het laboratorium. Voor deze gassen wordt veel gewerkt met gascilinders.
De regels, voorwaarden, eisen en criteria voor de opslag van gasflessen staan beschreven in de PGS 15. Dit is de richtlijn voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Hoofdstuk 6 van deze richtlijn gaat specifiek over de opslag van gasflessen. De voorschriften in hoofdstuk 6 van de PGS 15 hebben betrekking op de meest frequent voorkomende situaties. Daarbij gaat het om de gassen met als algemene gevaarseigenschappen:
Verder betreft het de volgende specifieke gassen:
Werkt u met één van deze gassen? Bekijk dan ook de richtlijn PGS 15. Dit is de richtlijn die wordt gebruikt bij het opstellen van een omgevingsvergunning of bij een inspectie om vast te stellen of de opslag voldoet aan alle eisen.
Download hier: PGS 15, de richtlijn voor opslag van verpakte gevaarlijke stoffen
De richtlijn is opgesteld om te zorgen voor de brandveiligheid, de milieuveiligheid en de arbeidsveiligheid in uw bedrijf. U wilt natuurlijk voorkomen dat er ongelukken gebeuren op de werkvloer en dat er als brand ontstaat gevaar is voor het overslaan van die brand. Maar tegelijkertijd moet u natuurlijk uw werk kunnen doen. Dat betekent in veel gevallen dat u een werkvoorraad heeft. Om een voorbeeld te geven. In een laboratorium moeten bepaalde apparaten gekalibreerd worden, hiervoor zijn gassen nodig. In dat geval staat de gascilinder naast de apparatuur. Dat is toegestaan, maar zodra de kalibratie is voltooid mag u de gascilinder niet permanent op die plek laten staan. De cilinder moet terug naar een opslagplek die voldoet aan de richtlijnen.
Ieder bedrijf en ieder productieproces is anders. Maatwerk is zeker mogelijk. U kunt hierover afspraken maken als er bijvoorbeeld een omgevingsvergunning wordt opgesteld. Als Westfalen Gassen hebben we zelf ook een omgevingsvergunning. Daarin staat de gascilinders tegen omvallen gezekerd moeten zijn, dus dat ze vast moeten staan. In de praktijk is dat onwerkbaar, omdat we aan orderpicking doen. We hebben in de omgevingvergunning vast laten leggen dat ze na de werkdag altijd weer vastgezet worden. Maatwerk is dus zeker mogelijk. Maar zodra deze afspraken vastgelegd zijn in een omgevingsvergunning is het juridisch geen richtlijn meer, maar een afspraak waar u zich wettelijk ook aan dient te houden.
Werkt u met gascilinders of wilt u gaan werken met gascilinders in uw bedrijf? Als Westfalen Gassen geven wij u graag advies over het gebruik, het werken met en de opslag van gascilinders. U kunt hiervoor contact opnemen met Ad de Vries, Divisiemanager Productie, Veiligheid en Milieu, A.deVries@westfalen.com.