Traditiegetrouw zijn wij er van 1 tot en met 3 oktober graag weer bij in de Evenementenhal te Gorinchem tijdens de Metavak 2024. Dit keer op de weldingweek.
Hansjan Dijk, gastechnisch adviseur | 26 oktober 2017
Europawijd zijn er een kleine 40 miljoen gasflessen in omloop. Dit betekent dat er dagelijks miljoenen mensen met industriële gassen en gasflessen in aanraking komen. Dit kan beroepsmatig zijn of in een particuliere omgeving. Denk daarbij aan het flesje propaan in de caravan, of wie steekt er in de zomer niet graag eens de barbecue aan. Ik heb me daar bij de vraag gesteld: “Zijn deze gebruikers allemaal op de hoogte hoe veilig om te gaan met gassen en gasflessen?” Gezien mijn ervaringen bij de bedrijven waar ik dagelijks over de vloer kom, is het bij de beroepsmatige gebruikers redelijk bekend. Maar zie ik ook nog te vaak situaties waarbij het beter kan en moet.
Daarom heeft Westfalen Gassen Nederland BV een workshop “Veilig omgaan met gassen” ontwikkeld. In deze workshop wordt aan de hand van vele praktijkvoorbeelden en praktische proefjes dieper ingegaan op dit onderwerp.
Aan het begin van de workshop stellen we ons de vraag: Zijn gassen gevaarlijk?
Niet als we maar de eigenschappen van de gebruikte gassen kennen. Enkele belangrijke eigenschappen zijn brandbaar en brand bevorderend.
Voor brandbare gassen, bijvoorbeeld acetyleen, zijn twee dingen van groot belang namelijk de ontstekingstemperatuur, en de explosiegrens. De ontstekingstemperatuur is de temperatuur die nodig is om een gas te doen ontbranden. De explosiegrens geeft aan boven en onder welke concentratie het gas in lucht een explosief mengsel vormt. Bij de explosiegrenzen moeten we rekening houden met de z.g. onderste explosiegrens en de bovenste explosiegrens. Onderste explosiegrens wil zeggen dat er te weinig gas aanwezig is en te veel lucht om tot een ontploffing te komen. Bij de bovenste explosiegrens is het juist andersom. Er is te veel gas en te weinig lucht om een explosie te veroorzaken. Ligt de verhouding gas in lucht tussen deze beide grenzen en is er een ontstekingsbron aanwezig zal er zich een explosie voordoen. Deze grenzen zijn voor alle brandbare gassen anders.
Brand bevorderend bijvoorbeeld zuurstof, wil zeggen dat het gas op zich niet brandbaar is maar een brand wel in hevigheid doet toenemen. Ik noem hierbij altijd het voorbeeld van een medewerker die na een ochtendje slijpen zijn werkkleding schoon blaast met de snijbrander, daarbij de snijzuurstof nog even open draait, heb je toch wat meer druk. En vervolgens even een sigaretje gaat roken, hij staat er op dat moment niet bij stil dat hij net zijn overall vol zuivere zuurstof heeft geblazen. Totdat er een beetje vuur van zijn sigaret op zijn overall valt, gevolg een hevig brandende medewerker. Want alle voorwaarden waaraan de branddriehoek moet voldoen zijn aanwezig. Namelijk brandbare stof, ontbrandingstemperatuur en zuurstof.
Deze en vele ander onderwerpen komen aan bod in onze workshop. De workshop kan eventueel aangepast worden op de situatie bij u in het bedrijf. Wilt u weten wat de mogelijkheden zijn voor uw bedrijf? Neem dan contact met ons.